Ergens aan het einde van de winter ontstond bij Jaap Kolijn, Mayro Pattikawa, Maarten Sluijter, Pieter en Corstiaan Beeke het idee om dit voorjaar een Bigday in Zeeland te doen. Er werd al snel wat informatie ingewonnen bij andere bevriende vogelaars en ook een avondje belegd, waarop de globale route en een doelsoortenlijst werden vastgesteld. We spraken al snel af dat we niet heel veel tijd gingen stoppen in een planmatige voorbereiding in het veld, maar dat we gewoon onze eigen rondjes zouden maken en online alle waarnemingen goed in de gaten zouden houden. Iets waar we zeker ons voordeel mee zouden doen, is dat Jaap in Zeeuws-Vlaanderen woont, Pieter op Zuid-Beveland, Corstiaan en Mayro op Walcheren en Maarten op Schouwen. Iedereen kent zo zijn eigen gebied en heeft eigen connecties.
Een aanvankelijk voorspelde zuidoostenwind wijzigde in de loop van de week naar zeer zwak zuidenwindje (1-2 Bft), maar ’s nachts was het zo goed als windstil. Verder was het vrijwel gehele dag droog. We startten zo’n beetje op de grens van Oost- en West-Zeeuws-Vlaanderen met enkele stops bij kreekjes met goede rietvogelpotentie. Dat leverde geen echt verrassingen op, maar wel heel fijn meteen een Waterral (die best lastig kan zijn) en een roepende Kleine Plevier.
1. Sprinkhaanzanger
2. Rietzanger
3. Wilde Eend
4. Blauwe Reiger
5. Meerkoet
6. Cetti’s Zanger
7. Waterral
8. Kleine Plevier
9. Blauwborst
10. Kuifeend
11. Kievit
12. Waterhoen
13. Scholekster
We hoorden op één van de door Jaap voorbereide locaties twee druk roepende Steenuilen en geinig genoeg daar ook meteen twee Kerkuilen. Even later zagen we op een polderdijkje nog een derde Kerkuil in een boom zitten.
14. Kerkuil
15. Steenuil
Onderweg naar het bos van de Braakman ontsnapte een vliegende Ransuil niet aan de scherpe ogen van Mayro. De uil plofte naast ons in een boom neer, waar hij even leuk vrij te zien was. Bij een eerste stop in geschikt habitat voor die soort scoorden we al net zo vlotjes de eerste Bosuil.
16. Ransuil
17. Nachtegaal
18. Bosuil
Het was 1.06 uur en alle vier de uilensoorten waren al binnen. Dat viel niks tegen! Een goede ochtendronde in de Waterleidingbossen bij Clinge of Sint Jansteen moest later de rest van de bossoorten opleveren. We hadden nog een paar nachtelijke uren de tijd om in polders in West-Zeeuws-Vlaanderen ons lijstje aan rietvogels zo compleet mogelijk te maken en een Kwartel te ‘verdienen’. Snor is zeker niet talrijk in Zeeland, maar in Zeeuws-Vlaanderen zijn er nog wel aardig wat geschikte kreken met riet te vinden waar deze soort goed te doen is. Bij de eerste geplande stop was het meteen raak.
In het holst van de nacht (01.35 uur) bij windstil weer, een heldere hemel en volle maan rietvogels luisteren bij de Axelse Kreek. Foto: Jaap Kolijn.
19. Koekoek
20. Kleine Karekiet
21. Oeverloper
22. Fuut
23. Snor
Porseleinhoenders zijn in Zeeland bijzonders schaars, met niet eens elk voorjaar waarnemingen. Toch zorgde deze soort voor motivatie om regelmatig bij geschikt ogende kreekjes een poging te wagen. Dit leverde her een der wel meerdere zingende Cetti’s Zangers en Blauwborsten op, maar geen Porseleinhoen. Het strijdplan voor Kwartel pakte beter uit. In Zeeland was tot dusver nog maar een handjevol Kwartels gemeld. Wij waren al heel blij met een roepende, overvliegende Kwartel tijdens een ‘kreek-stop’, maar hadden niet verwacht dat er bij gerichte ‘Kwartel-stops’ nog eens zes vogels zouden volgen.
24. Kwartel
Een Roerdomp is in Zeeland ook echt een lastige bigday-soort met maar weinig bekende plekken op de route. Daarom waren we erg in onze nopjes met een dikke 200% score op onze eerste locatie bij het Groot Eiland, Luntershoek. In die omgeving hoorden we ook weer twee roepende Kwartels en een vierde krijsende Kerkuil.
Roepende Kwartel bij Groot Eiland – Luntershoek. Audio-opname: Corstiaan Beeke.
25. Grauwe Gans
26. Houtduif
27. Bergeend
28. Roerdomp
29. Wintertaling
Gewoon omdat we nog wat tijd over hadden en omdat we inmiddels toch al aardig in de buurt kwamen, besloten we ‘all-in’ te gaan en nog één ultieme poging te wagen om alsnog een Porseleinhoen te scoren in het Verdronken Land van Saeftinghe. Dit is op papier toch een kansrijk gebied voor deze soort. Het enige wat we hier konden noteren waren wat roepende steltlopers. Op één van de talloze tussenstops op weg terug naar het bos trakteerde een Bosrietzanger ons op een zeer welkom privéconcert. Ook hoorden we al om 4.50 uur de eerste Veldleeuwerik zingen.
30. Tureluur
31. Groenpootruiter
32. Bosrietzanger
33. Veldleeuwerik
Jaap achtte de kans op een zo compleet mogelijk lijstje bosvogels het grootst in de Waterleidingbossen bij Clinge. We sprokkelden daar in ruim twee uur tijd inderdaad bijna alle doelsoorten bij elkaar, maar misten Kleine Bonte Specht en Zwarte Mees. Daar stonden gelukkig ook een paar fijne meevallers tegenover.
34. Merel
35. Roodborst
36. Zanglijster
37. Gekraagde Roodstaart
38. Holenduif
39. Winterkoning
40. Boomkruiper
41. Zwarte Kraai
42. Goudhaan
43. Pimpelmees
44. Koolmees
45. Zwartkop
46. Vink
47. Ekster
48. Tjiftjaf
49. Gaai
50. Grote Bonte Specht
51. Zwarte Specht
52. Appelvink
53. Kuifmees
54. Grauwe Vliegenvanger
55. Bonte Vliegenvanger
56. Boomklever
57. Kauw
58. Middelste Bonte Specht
59. Wielewaal
60. Tuinfluiter
61. Putter
Nadat we de bossen verlaten hadden, zetten we koers naar Telpost Breskens. Onderweg wees een super gefocuste Pieter een koppeltje Patrijzen op een gazonnetje aan. Eén korte stop bij de Roekenkolonie van Absdale bleek voldoende voor het vinkje. Daarna keken minstens vier paar ogen gedurende de ruim een halfuur durende autorit uit naar meer dagsoorten.
62. Grote Zilverreiger
63. Spreeuw
64. Turkse Tortel
65. Patrijs
66. Heggenmus
67. Roek
68. Groene Specht
69. Groenling
70. Witte Kwikstaart
71. Boerenzwaluw
72. Kleine Mantelmeeuw
73. Stormmeeuw
74. Zilvermeeuw
75. Krakeend
76. Buizerd
77. Aalscholver
78. Kokmeeuw
79. Oeverzwaluw
80. Bruine Kiekendief
81. Graspieper
82. Torenvalk
83. Knobbelzwaan
84. Gierzwaluw
Voor een recordaantal op een Big Day in Zeeland heb je eigenlijk een topdag op Telpost Breskens nodig. Wat dat betreft was vooraf al duidelijk dat we het geluk niet aan onze zijde hadden. Het weer was aanvankelijk wel prima, al trok het later wel wat dicht. Maar niet onbelangrijk: het was droog! Tussen 7.45 uur en 11.30 uur noteerden we 42 nieuwe dagsoorten, waaronder een flink aantal ‘zekerheidjes’, maar ook een paar fijne krenten. Een geinige verrassing was de prachtige Purperglansspreeuw die wat rondvloog rond de telpost. Een paars kwekersringetje verraadde zijn afkomst (een kooitje), waarmee de soort uiteraard niet telbaar was.
Grote Zilverreiger met Purperreigers bij Telpost Breskens. Foto: Mayro Pattikawa.
2kj mannetje Blauwe Kiekendief bij Telpost Breskens. Foto: Mayro Pattikawa.
De meest onverwachte soort van de dag was deze (uit een kooitje ontsnapte) Purperglansspreeuw bij Telpost Breskens. Foto: Mayro Pattikawa.
85. Kneu
86. Grasmus
87. Fitis
88. Grote Gele Kwikstaart
89. Graszanger
90. Sperwer
91. Roodborsttapuit
92. Tapuit
93. Kolgans
94. Braamsluiper
95. Brandgans
96. Wulp
97. Zwartkopmeeuw
98. Dwergstern
99. Grote Stern
100. Visdief
101. Boompieper
102. Engelse Kwikstaart
103. Bontbekplevier
104. Kanoet
105. Lepelaar
106. Steenloper
107. Noordse Kwikstaart
108. Zilverplevier
109. Rietgors
110. Havik
111. Europese Kanarie
112. Temmincks Strandloper
113. Kluut
114. Kleine Zilverreiger
115. Gele Kwikstaart
116. Huiszwaluw
117. Zwarte Ruiter
118. Purperreiger
119. Huismus
120. Bosruiter
121. Slobeend
122. Rosse Grutto
123. Blauwe Kiekendief
124. Bonte Strandloper
125. Wespendief
Het Bigday Team poseert bij Telpost Breskens. Foto: Eric Marteijn.
Eric Marteijn had ons ’s morgens vroeg al onbewust een handje geholpen door een zingende Zwarte Roodstaart te lokaliseren in de haven van Breskens. Die zat er nog steeds! Twee korte bezoekjes aan de Groese Duintjes moesten Zomertortel en Goudvink opleveren, wat respectievelijk binnen tien seconden en helemaal niet lukte. In plaats daarvan noteerden we wel gretig een uitbundig zingende Spotvogel en een overvliegende Ooievaar.
126. Zwarte Roodstaart
127. Zomertortel
128. Spotvogel
129. Ooievaar
Terwijl we via Nieuwvliet-Bad naar De Blikken bij Groede reden, meldde Mayro vanaf de passagiersstoel om exact 12.17 uur: Stop! Valk schuin boven ons. Iedereen uitstappen! In no time stonden we allemaal naast de auto en klonk het in koor: Roodpootvalk! De vogel, een volwassen mannetje, hing inmiddels niet al te hoog recht boven ons en verdween kort daarna uit beeld achter enkele bomen die naast de weg stonden. De camera’s lagen helaas nog in de kofferbak. In een mum van tijd zat iedereen weer in de auto en scheurden we 200 meter door, zodat we weer vrij zicht hadden. Daar werd de vogel nog door de telescoop bekeken en probeerde Maarten zelfs nog wat te filmen. Omdat de valk van ons af bleef vliegen (richting de telpost), leverde dit niet echt iets toonbaars op. Maar Roodpootvalk, wat een heerlijke bonussoort!
130. Roodpootvalk
Een grondige inspectie van De Blikken en de Sophiapolder leverde wat ‘usual suspects’ op, maar verder niets geks. Twee Koereigers die Jaap een dag eerder zag bleken helaas al weer vertrokken te zijn. De Brilduiker die tot en met 1 mei dagelijks werd gezien in de Sophiapolder konden we niet vinden en werd bijgeschreven op het lijstje met missers. We zagen hier wel een foeragerende Zwarte Stern, naar later zou blijken de enige van de dag. Aansluitend pikten we nog even een Casarca mee bij Aardenburg, die daar vier dagen eerder gemeld was.
131. Kemphaan
132. Grutto
133. Steltkluut
134. Tafeleend
135. Zwarte Stern
136. Dodaars
137. Casarca
Mayro fotografeerde terwijl we met 90 km/u langs Biervliet reden een overvliegende roofvogel die we met alle geweld wilden determineren. Dus: ‘Dak open en Mayro pica maken!’ ‘Mwaahh… Buizerd’. Foto: Maarten Sluijter.
Omdat een bezoek aan de Autrichepolder bij Westdorpe (Geoorde Fuut, Sneeuwgans en altijd kans op iets onverwachts) vooral tijdrovend zou zijn én omdat we meer kansen zouden krijgen voor Geoorde Fuut, besloten we dat gebiedje over te slaan. We kregen op de valreep nog een tip met een goede plek voor IJsvogel, die op de route kon worden ingepast. Op de bewuste locatie zagen of hoorden we geen IJsvogel, maar die werd netjes gecompenseerd met een Staartmees en een duo overvliegende Boomvalken.
138. Staartmees
139. Boomvalk
Hup, de tunnel door en op naar het Veerse Meer. Pieter bedacht op het laatste moment dat we misschien een kansje maakten voor Slechtvalk op de televisietoren van Goes. De mast bleek leeg, maar dat kwam vooral omdat de Slechtvalk er pal naast vloog.
140. Slechtvalk
Een IJsduiker die al op 27 januari werd ontdekt in het meest oostelijke gedeelte van het Veerse Meer, had in al zijn wijsheid besloten dat hij in elk geval zou wachten met vertrekken tot na de 6e mei. Dat vonden wij geweldig, want een IJsduiker meepakken op je Big Day is natuurlijk goud. Dat bleek dus een eitje, maar van de Witbuikrotgans die hier tot en met 30 april werd gezien, ontbrak elk spoor. Toch bleef de teller intussen lekker doorlopen.
141. Middelste Zaagbek
142. Drieteenstrandloper
143. Regenwulp
144. IJsduiker
145. Rotgans
146. Grote Mantelmeeuw
We moesten nodig richting Walcheren. Dat kan onderlangs het Veerse Meer (sneller, want geen targets), of bovenlangs (iets tijdrovender, kansje op Baardmannetje en Watersnip). We besloten het er op te wagen, want Mayro vertelde heel stoer dat je daar ook zomaar tegen een jagende Velduil of een overknallend Smelleken aan kunt blunderen. Het Baardmannetje lukte binnen een minuut in de Wanteskuup en Mayro bewees dat hij niet had overdreven door vlak voor ons doodleuk een Smelleken te ontdekken, dat prachtig op 20 meter afstand langs de auto vloog. Het Bokkegat bij Wissenkerke (met Amerikaanse Bosruiter, Grote én Kleine Geelpootruiter en diverse Poelruiters met afstand het beste ruiterplasje van Nederland) leverde geen bijzondere ruiters en ook niet de gehoopte Watersnip op.
147. Baardmannetje
148. Smelleken
Het Noordervroon bij Westkapelle verdient het zeker in de trektijd om dagelijks meerdere keren grondig te worden geïnspecteerd. In dat opzicht is het eigenlijk treurig wat wij kwamen doen: in zo kort mogelijke tijd louter doelsoorten binnen harken. Maar dat deden we dan wel weer netjes.
149. Pontische Meeuw
150. Kleine Rietgans
151. Krooneend
Terwijl Corstiaan het zuidelijk deel van het gebied nogmaals afspeurde, in de hoop toch nog een Watersnip te vinden (geen succes), keken vier man tien minuten over zee. Dit leverde zowaar twee van de drie soorten op die eigenlijk bij de Brouwersdam voorzien waren. Een langsvliegende Noordse Stern was ook een cadeautje, hoewel we die nog als inkoppertje in de Wevers Inlaag op Schouwen-Duiveland op de planning hadden staan.
152. Zwarte Zee-eend
153. Paarse Strandloper
154. Noordse Stern
Het gros van de Goudplevieren heeft Walcheren op 6 mei doorgaans echt wel verlaten. Dat Corstiaan er op 1 mei nog 49 telde op een bekende akker bij Meliskerke gaf hoop. Het was even zoeken, ‘een bewegend kopje’ bleek toch een jonge Kievit te zijn, maar na enkele minuten vonden we toch één (!) Goudplevier! Een mannelijk Paapje dat op 1 mei een eindje verderop zat was onvindbaar, maar tot ons grote plezier zat er nu wel een vrouwtje. Het viel allemaal niet tegen!
155. Goudplevier
156. Paapje
Het purisme van de deelnemers gaat zover, dat de meesten van ons nog nooit de Kwakken (deels van dubieuze komaf) in Middelburg of Gapinge hebben bezocht. In het kader van een potentieel recordbrekende bigday is echter alles geoorloofd en worden soms zelfs diepgewortelde principes opzij gezet. Marcel Klootwijk vertelde ons precies waar vandaan we Kwakken konden zien. Met nog draaiende motor werd ook deze soort afgevinkt. Dank!
157. Kwak
Eén stop op Neeltje Jans was voldoende om Eider binnen te tikken. Dat was prettig, want daarmee konden we een bezoek aan de Brouwersdam wegstrepen en kostbare tijdwinst boeken.
158. Eider
Maarten kent als Mister Schouwen alle soorten en plekken op ‘zijn’ eiland. Dus hier zoeken naar de Zwarte Rotgans, daar de Oosterschelde scannen voor Alk, verderop een backup-plek voor de Zwarte Rotgans, enzovoorts. Het werkte allemaal! Een Blauwe Kiekendief telde als derde van de dag niet echt mee, maar was wel fraai.
159. Alk
160. Zwarte Rotgans
Paul van Tuil zag vanaf de Delingsdijk eerder op de dag een 2kj Dwergmeeuw foerageren boven het noordelijk deel van de Prunje. Intensief speurwerk ten spijt leek die inmiddels te zijn vertrokken. Wel kopten we hier eerder in Zeeuws Vlaanderen gemiste eenden soorten in en zagen we de eerste Kleine Strandloper van de dag.
161. Smient
162. Pijlstaart
163. Kleine Strandloper
Maarten loodste ons moeiteloos naar een boerderijtje met Ringmussen. Stoppen, luisteren, kijken en door! En dan nog even dit: De GHB kennen we natuurlijk allemaal van onze dagelijkse portie gamma-hydroxyboterzuur, maar in de regionale birdingscene is dit ook de afkorting voor de Gasthuisbevang. Dit is een fraai stukje natuurontwikkeling ten noordwesten van Zierikzee met een enorm steltloperpotentieel. Maarten beloofde ons al de hele dag dat we hier probleemloos Zomertaling, Strandplevier en Krombekstrandloper zouden scoren. Verder was er al een aantal dagen een vrouwtje Rouwkwikstaart aanwezig en was er eerder op de dag ook een paartje Geoorde Fuut gezien. Hoewel het genieten was van de aantallen steltlopers, misten we hier twee van de genoemde doelsoorten. Onverwachte inhaler was de Watersnip die Jaap er soepeltjes tussenuit pikte.
164. Ringmus
165. Watersnip
166. Strandplevier
167. Zomertaling
168. Geoorde Fuut
Een snelle blik op de klok (het was inmiddels 20.40 uur) leerde dat we een eerder vandaag ontdekte IJseend bij de aanzet van de Philipsdam moesten laten schieten. In ruil daarvoor zouden we nog wel een poging kunnen wagen voor Raaf, alvorens we met een avondwandeling op de Kop van Schouwen onze bigday zouden afsluiten. Ook dat pakte allemaal fantastisch uit. De Raaf vloog ongevraagd druk roepend een ererondje, waarna we in de avondschemering deze heerlijke dag uitwandelden. Tijdens de wandeling vloog er zo nu en dan een ‘zippende’ of tevreden ‘knorrende’ Houtsnip over. Vooraf hadden we het nog gehad over ‘s avonds zingende Grote Lijsters. Dat bleek iets te veel gevraagd, maar één keertje dichtbij over vliegen en daarbij een mooie serie prrrrrrrrrrrt-jes produceren vonden wij een alleszins schappelijke bijdrage.
169. Raaf
170. Houtsnip
171. Grote Lijster
Toen we om 22.30 uur terug bij de auto waren constateerden we dat we geen echte doelsoorten meer over hadden, dat de uurtjes nu wel echt fysiek begonnen te tellen, dat we nog een avondmaaltijd moesten inhalen én last but not least, dat we een recordscore hadden neergezet. Twee soorten, die beide door alle teamleden zijn waargenomen, hebben we vanwege de kwetsbaarheid van de soort en/of het gebied niet in het verslag vermeld. Daarmee komt de totaalscore van deze Zeeland Big Day uit op 173 soorten. Dit is een minieme verbetering ten opzichte van de 169 soorten die Pim Wolf, Mark Hoekstein en Sander Lilipaly op 28 april 2004 in Zeeland zagen. Wij misten enkele soorten, maar hadden ook relatief veel meevallers.
Elk teamlid bewees meerdere keren zijn waarde. In dat opzicht verdient Maarten wel een speciale vermelding, omdat hij gedurende de gehele bigday alle waarnemingen (ook de 32e Rietzanger van de dag) sneller dan zijn schaduw invoerde. We hebben tussentijds weinig tijd verspild en hebben (tegen onze gewoonten in) ook nauwelijks tijd gestoken in het documenteren met foto’s of audio-opnamen. We vormden onze eigen – zeer kritische – jury.
Al met al kijken we terug op een uiterst geslaagde bigday. Juist het gegeven dat je van allerlei factoren afhankelijk bent maakt het een enorme uitdaging om een goede score neer te zetten. Ik sluit zeker niet uit dat we volgend jaar opnieuw een poging doen!
De afterparty, met v.l.n.r. Pieter Beeke, Mayro Pattikawa, Jaap Kolijn, Corstiaan Beeke en Maarten Sluijter.
Super gedaan! En leuk geschreven. Wie weet hoe lang het record blijft staan :).
Knap staaltje werk.
Gr. Van een vogeltoerist
Knappe prestatie mannen.
Heb jullie toen aan het werk gezien … sneller dan het licht.
173 verschillende soorten in één dag! Een prestatie van formaat. Een Zeeuws record! Gefeliciteerd mannen!
Mijn 173e soort was de cetti’s zanger.
Ik heb er 714 dagen over gedaan! Uiteraard ben ik niet elke dag op pad geweest en de nachtelijke uurtjes lag ik te bed. Jullie scoorden door te zien èn horen. Ik moest het hebben van zien èn fotograferen, want het onderscheiden van de vele vogelriedeltjes en roepjes is nog niet aan mij besteed.
Vele soorten op jullie Big Day lijst staan bij mij nog op mijn wensenijstje, maar er is één soort die wel op mijn Zeeuwse lijst staat, maar die jullie, ondanks verschillende pogingen, helaas gemist hebben!
Wat leuk, Corstiaan, dat je de lezer op een boeiende wijze deelgenoot hebt gemaakt van jullie first Big Day. Ik ontdekte zo ook Zeeuwse vogelgebieden waar ik nog nooit ben geweest.
Wat ik me afvroeg: ‘ Om een soort mee te mogen tellen voor de Big Day lijst, moeten alle teamleden de soort waargenomen hebben? Of telt het al als slechts één van de vijf de soort gehoord of gezien heeft?’ Hoe het ook zij, het is ontzettend knap dat jullie deze uitdaging tot een succes hebben weten te maken.
Ik verdenk jullie er alle vijf van dat je volgend jaar toch een poging gaat wagen om het huidige record te verbreken. Ik ben niet geschikt voor een Big Day. Misschien dat ik jullie, met een beetje geluk, met één doelsoort kan helpen: de porseleinhoen!
Dank allemaal voor jullie reacties! Paul: de officiële regel (voor zover zo’n idioot spelletje als dit officieel genoemd mag worden) is, dat de meerderheid van het team een soort gehoord of gezien moet hebben, om de soort te mogen tellen. Op onze Big Day was dat altijd het geval. In veruit de meeste gevallen scoorden we 5 uit 5, maximaal vijf soorten 3 of 4 uit 5. Geen enkele soort werd door slechts één of twee man waargenomen.