Zeg nooit nooit

M’n vorige stukje sloot ik af met de volgende zin: “Kortom: pak de fiets, hou je oren gespitst en prent de zang van Kleine Vliegenvanger, Grauwe Fitis, Struikrietzanger, Zwartkopgors, Noordse nachtegaal, Krekelzanger, Vale Spotvogel en Baardgrasmus goed in je oren, want je kunt maar beter goed voorbereid zijn!”

Sinds die dag (31 mei) vond Peter Meininger, nota bene vanuit een rijdende auto de 1e Orpheusspotvogel voor de Bevelanden nabij De Banjaard. De vraag was natuurlijk of daarmee de koek op was. In den lande (en dan met name Noord-Holland en de Waddeneilanden) werd afgelopen week nog genoeg gezien; diverse Grauwe Fitissen, een Bergfluiter, nog meer Orpheusspotvogels en op 6 juni alweer de 5e Struikrietzanger voor dit jaar, waar anders dan op Texel en door wie anders dan door Diederik Kok. Hij vond er twee weken eerder ook al eentje op Texel, wat tot de volgende berichtenwisseling op zijn facebook leidde:

Jaco Walhout: leuke vondst hoor; zelf al dik tevreden met een Orpheusspotvogel, maar deze staat hoog op mn zelfontdekverlanglijstje

Diederik Kok: Ha Jaco, kijk die Orpheus heb ik dan nog steeds niet op mijn zelfontdeklijst… De gaten op de lijst houden ons gemotiveerd!

29 Mei kwam ik Peter Roelse tegen in Oranjezon, net als ik op zoek naar iets moois. Ik vroeg hem of hij de opnames van de Struikrietzanger op Texel had beluisterd. Zijn antwoord: “Nee hoor, die kan hier toch niet” leidde tot al dan niet gespeelde verontwaardiging bij mij: “Zo vind je er natuurlijk nooit één”

Afijn, afgelopen weken weer de nodige rondjes gefietst, op zoek naar meer. Het leverde me in ieder geval een zelfontdekte zingende Roodmus op bij Ritthem, maar verder weinig spectaculairs.

Vandaag, 13 juni was ik al vroeg opgestaan (05.00 uur) en 20 minuutjes later op de fiets op weg naar de kust. Via Hogelande, Biggekerke, Valkenisse en Zoutelande volgde ik verder de kust naar Westkapelle. Hier en daar een Tuinfluiter, een Bosrietje, een Braamsluiper, zowaar nog een zingende Zomertortel en een Patrijs (hoe lang nog?). Om 07.35 arriveerde ik bij het opslagterrein. Terwijl ik van de bult naar beneden liep hoorde ik recht voor me bij het monument iets zingen wat direct al m’n aandacht opeiste: een Bosrietzangerachtige zang, maar dan veel langzamer en doorspekt met volle lijsterachtige tonen, fluittonen en Boomleeuwerikachtige loopjes. Dit hield zo’n twee minuten aan, genoeg om een appje op de walcherengroep te zettten met de mededeling: “waarschijnlijke struikrietzanger zingend opslagterrein westkapelle kan nog bosriet worden maar erg verdacht traag met veel fluittonen”.

Even later zong de vogel weer en ging ik toch weer twijfelen omdat de zang soms even versnelde en wat meer Bosrietzangerachtig aandeed. Wat te doen? Twijfelkont als ik ben toch maar weer appje: “klinkt nu meer bosrietig, ik probeer m in beeld te krijgen”. In de volgende tien minuten lukte dat 3x, maar steeds vloog ie uit beeld zodra ik de vogel in de kijker pakte. Nog altijd in dubio stuurde ik eerst een berichtje “ik hou het op bosriet”, maar de daaropvolgende 5 minuten zong de vogel onafgebroken en leek het geen seconde meer op een Bosrietzanger. Wat te doen? Ik besloot met de spraakmogelijkheid van whatsapp een opname de groep in te sturen. Dat bleek een goeie greep!

Nog maar eens een berichtje erachter aan (het is inmiddels 8.12 uur): “blijft toch de vreemdste Bosriet die ik ooit gehoord heb….”.
Kort daarop arriveerde Corstiaan, die mijn zangopname in de auto beluisterd had en vergeleken met die van Texel. Conclusie: klinkt precies hetzelfde. In het veld groeide vervolgens de overtuiging al snel: het is er echt één!!!!

Daarna ging het snel, Pim arriveerde, en zei bij de eerste tonen “Ha, nummer 337 voor m’n Walcherenlijst”.

Langzaam groeide het aantal waarnemers tot tien, blije gezichten, weinig twijfels meer. Een zichtwaarneming zou echter welkom zijn. De vogel liet zich af en toe wel zien, maar eigenlijk altijd wegschietend en een paar keer vliegend over een dertigtal meters. Het laatste vaak nadat hij geagiteerd reageerde op de lokale Bosrietzanger die een meter of 40 verder zijn bek open trok.

Pim zette een ‘acro’ op de foto, maar op het display was niet te zien of het de Bosriet of de Struik was. Zelf lukte het me ook om een van de twee te fotograferen, helaas de verkeerde…

Uiteindelijk zong de vogel tot ongeveer kwart voor drie. Goede geluidsopnamen staan inmiddels op waarneming.nl. De felicitaties stromen binnen…
Hopelijk blijft hij ook de rest van het weekend en laat hij zich mooi fotograferen.

Jaco Walhout

Indien aanvaard (en indien de eerdere 5 gevallen dit jaar worden aanvaard) betreft het de 28e Struikrietzanger voor Nederland. Eerdere gevallen waren in 1990, 1996, 1998, 2001, 2003 (3), 2007 (2), 2009 (2), 2010 (2), 2011 (2), 2012 (3) en 2013 (4). De langzame uitbreiding vanuit het noorden wordt hiermee mooi geillusteerd. De 22 gevallen in 1990-2013 betroffen vooral vangsten (15) en slechts 7 veldwaarnemingen, waarvan wel eentje in Zeeland (juni 2009 Tholen, ontdekt door Pim). De verdeling per maand: juni (4), juli (1), aug (1), sept (6), okt (9).

In 2014 tot nu toe dus 6 waarnemingen, waarvan de eerste (een veldwaarneming) op 22 mei in de Eemshaven, waar later in mei nog een vogel werd gevangen. De andere drie vogels zongen op de noordpunt van Texel.