Voor dinsdag 3 oktober was een noordwestenwind voorspeld met windkracht vijf tot zes. Geen overdreven harde wind, maar toch kan dat bij Westkapelle nog leuke soorten opleveren. In de schemer kwam ik aan bij de telpost. De eerste soort van de dag was meteen een Vale Pijlstormvogel, maar die wist ik niet op te pikken. Toch werd het een onderhoudende ochtend, met Noordse en Grauwe Pijlstormvogels, Grote Jagers, Kleine Jagers en twee Kleinste Jagers. Rond 10.00u droogde de trek een beetje op en ik besloot om te vertrekken. Eerst even meeuwen checken op de zeedijk en daarna nog de begraafplaats, het puinpad en opslagterrein Erica bekijken. Beroemde plekken die al veel zeldzaamheden hebben opgeleverd en het is tenslotte najaar!

De zeedijk leverde een paar Pontische Meeuwen op. Erica leverde vrijwel niets op en het puinpad was ook rustig. Een boompieper spec. was nog wel leuk, maar die kon ik niet ‘afmaken’. Al terug lopend over het puinpad bekeek ik wat bosjes en zag ik opeens een duiker vliegen. Hij vloog vrij dichtbij dus ik ging meteen foto’s maken. Ik was al vaker met duikers de mist ingegaan en een foto is altijd handig. Ik ging er in eerste instantie vanuit dat het wel een Roodkeelduiker zou zijn, maar wellicht kon het ook zomaar een Parelduiker of IJsduiker zijn. Hij vloog aanvankelijk richting het noorden en ik wilde de vogelaars op de telpost al waarschuwen, toen hij draaide en een rondje over mijn hoofd vloog. Na nog een rondje hield hij het voor gezien en verdween richting zuid.

Geelsnavelduiker, puinpad Westkapelle, 3 oktober 2017. Foto’s: Lennart Verheuvel.

Ik ging intussen mijn foto’s bekijken. Toen ik de hals en snavel zag dacht ik dat dit toch wel een IJsduiker moest zijn. Daarnaast was de hals niet zo donker als ik bij een IJsduiker zou verwachten en viel mij de lichte gele tint op de snavel op. Bovendien was de snavel licht opgewipt. Ik meende me dat laatste ook als kenmerk van Geelsnavelduiker te herinneren, maar ik wist het niet zeker. Omdat ik met mijn smartphone ook niet echt een duidelijke foto van het display kon maken op het puinpad wachtte ik daarmee tot in de auto. In de veronderstelling dat ik een beetje teveel aan ‘wishful thinking’ aan het doen was, sloeg ik niet meteen alarm. Dat had overigens ook weinig uitgemaakt, want de vogel vloog niet richting de telpost en was niet ter plaatse gegaan. Als hij richting de telpost was gevlogen had ik uiteraard sowieso wel even een berichtje gedaan. Een IJsduiker is tenslotte ook een leuke soort…

Vanuit de auto stuurde ik eerst een berichtje naar Mark Hoekstein. Hij is mijn vaste vraagbaak voor determinatietwijfelgevalletjes. Mark bleek echter niet bereikbaar dus stuurde ik meteen nog een foto naar Thomas Luiten, die ik nog op de telpost had gezien vandaag. Ik wilde het nu toch wel weten! Met een ‘IJsduiker’ stuurde ik de foto naar Thomas. Gelukkig reageerde die meteen: ‘lijkt wel een Geelsnavelduiker’. Meteen appte ik terug dat ik daar ook al aan dacht en werd de Walcherse appgroep op de hoogte gesteld. Ik kan het zelf nog steeds amper geloven, maar het is dus echt waar: mijn allereerste zelf ontdekte indiensoort!

Volgens Dutchavifauna gaat het om het 40ste geval in Nederland, het is de zevende voor Zeeland en de vierde voor Westkapelle. Na 2000 zijn er nog maar zes gevallen in Nederland waarvan twee in Zeeland en ook één langs Westkapelle. Voor mij was het overigens geen nieuwe soort meer, ik had de vogel van het Grevelingenmeer, Schouwen-Duiveland (februari 2013) . Deze voelt echter nog een stuk beter!